Donkere nacht – Johannes van het kruis

black landscape 2
donkere nacht Johannes van het Kruis

En una noche oscura,
con ansias, en amores inflamada,
oh dichose ventura!
salí sin ser notada,
estando uya mi casa sosegada.

A oscuras y segura,
por la secreta escala, disfrazada,
oh dichosa ventura!,
a oscuras y en celada,
estando ya mi casa sosegada.

En la noche dichosa,
en secreto, que nadie me veía
ni yo miraba cosa,
sin otra luz y guía
sino la que en el corazón ardía.

Aquésta me guiaba
más cierto que la luz del mediodía,
adonde me esperaba
quien yo bien me sabía,
en parte donde nadie parecía.

Oh noche que guiaste!
Oh noche amable más que el alborada!
Oh noche que juntaste
Amado con amada,
amada en el Amado transformada!

En mi pecho florido,
que entero para él solo se guardaba,
all quedó dormido,í
y yo Ie regalaba,
y el ventalle de cedros aire daba.

El aire de la almena,
Icuando yo sus cabellos esparcía,
con su mano serena
en mi cuello hería,
y todos mis sentidos suspendía.

Quedéme y olvidéme,
el rostto recliné sobre el Amado,
cesó todo, y dejéme,
dejando mi cuidado
entre las azucenas olvidado.

Die donkerste der nachten,
Mijn angstig hart ontvlamd in liefde-dromen,
O diep-verblijdend trachten!
Ging ‘k uit, door geen vernomen,
Want heel mijn huis was reeds tot rust gekomen.

In ’t donker, vol verwachten,
De schuiltrap langs, vermomd, in veilig schromen,
O diep-verblijdend trachten!
In ’t donker, onvernomen,
Want heel mijn huis was reeds tot rust gekomen.

Die nacht van diep verblijden,
In ’t dichte donker ongezien gebleven-
Toen ‘k niets kon onderscheiden,
Geen gids, die hulp kon geven,
Dan ’t ene licht in ’t innigst van mijn leven.

Die schijn, mijn gids, geleidde
Mij zekerder dan ’t licht der middagstonde
Tot waar zijn hoop mij beidde,
Die ’t hart mij lang reeds kondde,
Op ergens in de hof verborgen sponde.

O nacht die mij geleidde,
O nacht meer dan de dageraad liefgezinde,
O nacht die samenvlijde
Minnaar en zielsbeminde
Waar Minnaar in beminde zich hervinde,

Aan ’t hart dat liefde kuste
Tot bloei die zich om Hem voor elk verheelde,
Lag Hij in slaap en rustte,
En wijl mijn ziel Hem streelde,
Wuifde de ceder-waaier koele weelde-

Toen zo, van hoogste tinne,
De wind Hem zacht het haar uit-een kwam strijken,
Wondde zijn hand, vol minne,
Mijn hals bij ’t neder-reiken,
En deed mijn zinnen gans en al bezwijken.

Ik beleef er, zelf-vergeten,
hield mijn gelaat dicht óver Hem gebogen,
stil alles, heen mijn weten –
heen wat mij had bewogen,
tussen de lelies aan mijn geest onttogen.

vertaling J. Peters

STANZA’S: in een donkere nacht

I
In een donkere nacht,
in smachtende liefde ontbrand,
o zalig lot!
ging ik op weg, onbespied,
mijn huis lag verzonken in rust.

II
In de nacht, onbedreigd,
langs de geheime trap. in vermomming,
o zalig lot!
In het donker, verborgen,
mijn huis lag verzonken in rust.

III
In die gelukzalige nacht,
in stilte, door niemand gezien,
onzichtbaar ook voor mijzelf,
zonder ander licht, ronder gids,
behalve de gloed in mijn hart.

IV
Dat was het licht dat mij leidde
zekerder dan het zonlicht des middags
daarheen waar Hij op mij wachtte
-Hij die ik zo goed kende –
en waar niemand verscheen.

V
O nacht die mij leidde;
O nacht, lieftalliger dan de ochtend;
O nacht die de eenwording bracht
van de minnaar met zijn beminde,
die haar, de beminde, deed opgaan
in haar geliefde.

VI
Tegen mijn borst, met bloemen bezaaid,
rein gebleven terwille van Hem,
daar rustte Hij en sliep;
en ik liefkoosde Hem, en de ceders
wuifden Hem koelte toe.

VII
Terwijl Zijn haar golfde in de wind
die neerdaalde uit de toren
sloeg Hij mij tegen mijn nek
met Zijn tedere hand,
waarop ieder gevoel mij ontvlood.

VIII
In vergetelheid leefde ik voort,
mijn hoofd rustend op mijn geliefde;
verloren voor alles en voor mijzelf,
en liet mijn zorgen varen
tussen de lelies, vergeten.

Vertaling: I. van Wilsum

 

Geef een reactie

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.